Schuilen
“Waar ben
jij nu,
nu de wolken
dreigen
en de
duisternis valt
Hoe leef je
dan,
heb je lief,
met wie kan
jij lachen,
ongecompliceerd
Hoe doe jij
dat ‘leven’
word je door
liefde
gedreven of
loop jij
met je hoofd
in de mist
Wie zal je
zijn als je
niet zo
onzeker was,
de angst
buiten de
deur had
gelaten
en de
monsters los
Waarom ben
jij hier
nu je dat
vergeten
bent
Heb jij
jezelf verstopt
of kom je schuilen?”